U bent hier
Europa investeert 120 miljard in baanbrekend onderzoek
“Elke euro die naar Europees onderzoek gaat, genereert elf euro economische meerwaarde.” Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt verwelkomt het nieuwe Europese onderzoeksprogramma, waarvoor het Europees Parlement 120 miljard euro vrijmaakt. Vanaf 2021 zal het Horizon Europe-programma steun geven aan Europese universiteiten en bedrijven die over de landsgrenzen samenwerken. De focus ligt op veiligheid, klimaat en economie.
Goed voor Vlaanderen
Voor de Vlaamse bedrijven en universiteiten betekent het nieuwe onderzoeksprogramma goed nieuws. “De UGent, KULeuven en IMEC behoren tot de grootste ontvangers van middelen uit dit programma. Door samen te werken met andere landen voorkomen we dat hetzelfde onderzoek meerdere keren wordt uitgevoerd. Een besparing die kan tellen”, meent Anneleen Van Bossuyt.
Ambitieus klimaatonderzoek
Een kwart van de middelen moet naar klimaatonderzoek gaan. “Vaak zal het gaan over grensverleggend onderzoek, zoals naar het ultrasterke en lichte grafeen, dat kan zorgen voor lichtere voertuigen die veel minder verbruiken. Het zijn erg ambitieuze projecten, maar ze zijn wel cruciaal voor onze maatschappij en concurrentiële positie,” zegt Europarlementslid Van Bossuyt.
Klemtoon op veiligheid
Nieuw is de klemtoon op veiligheid, die er kwam op expliciet verzoek van Anneleen Van Bossuyt: “Voor het eerst wordt er ook een programma opgestart voor defensieonderzoek. We zien nog altijd een veel te grote versnippering tussen de lidstaten. Dit kan en moet beter in het belang van de veiligheid van onze burgers en militairen.”
Europese kennis op de kaart
Anneleen Van Bossuyt benadrukt het belang van fundamenteel onderzoek voor de komende generaties. “Nationale onderzoeksbudgetten kunnen dit vaak niet dragen. Dit grensverleggend onderzoek kan op meer dan een kwart van de middelen rekenen. Hiermee worden bijvoorbeeld de geneesmiddelen of groene brandstoffen van de toekomst vormgegeven. Het resultaat is misschien niet voor morgen. Maar onze briljante onderzoekers en innovatieve bedrijven zetten hiermee onze Europese kennis op de kaart”, besluit ze.