U bent hier
Europa moet meer investeren in onderzoek en innovatie, ook rond veiligheid
Sinds 2014 geeft de Europese Unie subsidies aan grensverleggend onderzoek en innovatie in haar 28 lidstaten via het Horizon 2020-programma. Het Europees Parlement wil meer ambitie op dat vlak en roept in een nieuwe resolutie op om vanaf 2021 het budget voor het volgende onderzoeksprogramma substantieel te verhogen. “Een terechte oproep”, vindt Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt, die meeschreef aan de resolutie. “Maar dan moet Europa wel duidelijke keuzes durven maken. Minder dan tien procent van het Europese budget gaat vandaag naar onderzoek en innovatie, terwijl bijna veertig procent naar landbouw gaat. Europa moet inzetten op de problemen waar de burger van wakker ligt, zoals veiligheid. Ook op dat vlak speelt onderzoek trouwens een cruciale rol.”
Een controversieel luik in de resolutie gaat over Europees onderzoek voor defensie. “De linkse fracties vinden dat Europa zich daarmee niet moet bezighouden. Nochtans moet onze veiligheid prioritair zijn”, vindt Van Bossuyt. “Terwijl we zien dat China, de VS en enkele Arabische landen hun onderzoeksbudget voor defensie gevoelig opdrijven, blijft Europa mijlenver achter. Zo wordt Europa verplicht om in die landen zijn materiaal te kopen. Dat kan een stuk efficiënter door ook hier in te zetten op meer coördinatie tussen de lidstaten. Dankzij een verregaande samenwerking met onze buren, zoals Nederland, kunnen we de kosten gevoelig drukken.”
Zorgwekkende evolutie
Horizon 2020 is nu halfweg en wordt erg positief geëvalueerd. “Het programma heeft een recordaantal nieuwe deelnemers, het budget was nog nooit zo hoog en ook de participatie van bedrijven is gevoelig toegenomen”, somt Van Bossuyt tevreden op. Het overdonderend succes heeft echter ook een keerzijde: “Het zorgt ervoor dat slechts tien procent van de ingediende onderzoeksprojecten goedgekeurd wordt, wat een zorgwekkende evolutie is. Steeds meer onderzoekers raken ontmoedigd om nog deel te nemen aan de loodzware toelatingsprocedure. Zo dreigen we belangrijke kansen te missen”, waarschuwt Van Bossuyt.