Europees Parlement legt lat onrealistisch hoog voor hernieuwbare energie

Terwijl alle lidstaten het erover eens zijn dat 27 procent van onze energie tegen 2030 hernieuwbaar moet zijn, schept het Europees Parlement onrust door de doelstellingen veel hoger te leggen. “Onze gezinnen en bedrijven hebben nood aan stabiliteit. We kunnen niet elk jaar een andere richting inslaan”, zegt Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt, die voor de ECR-fractie dit controversiële dossier op de voet volgt. “Hernieuwbare energie krijgt een slecht imago door deze stoerdoenerij van het Parlement, dat geen rekening houdt met de mogelijke gevolgen.”

Enkel inzetten op hernieuwbare energie heeft weinig zin in Vlaanderen: er is amper plaats, windmolens op zee zijn erg duur en zonnepanelen alleen zullen onvoldoende zijn voor het behalen van de doelstellingen. “Daarom moeten we eerst inzetten op energie-efficiëntie”, vindt Van Bossuyt. “Indien iedereen bij ons een condensatieketel zou installeren, konden we een kwart besparen op ons energieverbruik. Dat komt overeen met veertig procent van onze jaarproductie aan kernenergie.”

Maar vooral de linkse fracties leggen enkel de nadruk op erg dure hernieuwbare energie. “Daardoor gaan zij voorbij aan de realiteit dat je al heel veel kunt bereiken door beter om te gaan met de bestaande energie”, legt Van Bossuyt uit. “Daarvoor hoef je geen nieuwe belastingen op te leggen en het is meteen merkbaar in de portefeuilles van onze gezinnen en bedrijven.”

Energie-efficiëntie verbeteren

Een recent onderzoek toont aan dat Belgen het halen van de klimaatdoelstellingen belangrijk vinden. Zo wil zestig procent van de respondenten zelf geld investeren om de energie-efficiëntie van de eigen woning te verbeteren. “De burger is het meest geëngageerd om zelf te investeren waar er meteen een persoonlijk effect merkbaar is. Woningen staan in voor dertig procent van het energieverbruik. De link is dus snel gelegd: laat de mensen de voordelen zelf plukken van milieuvriendelijke ingrepen”, besluit Van Bossuyt.