U bent hier
Waarom 2015 een beslissend jaar wordt voor het Europese energiebeleid

De Europese Commissie stelde gisteren een blauwdruk voor om de Europese Energie-Unie tot stand te brengen. Het gaat om een pakket van 40 maatregelen dat de komende jaren stapsgewijs gelanceerd wordt. De Energie-Unie moet de energiezekerheid in de EU bevorderen en energie duurzamer en goedkoper maken. Het is inderdaad tijd voor een verandering in het energiebeleid, maar het gevaar van overregulering loert om de hoek.
Het jaar 2015 moet een beslissend jaar worden voor het Europese energiebeleid, en dat om twee redenen.
Ten eerste staan de prijzen voor olie en gas op het laagste niveau sinds jaren. Dit geeft de economie een boost, en u en ik voelen het in onze portemonnee als we aan de pomp tanken. Zoals The Economist in januari in een speciaal dossier berichtte gaat dit gepaard met technologische vooruitgang in propere energie en in energieopslag. Lange tijd was de consensus onder waarnemers dat de prijzen zouden blijven stijgen tot astronomische hoogtes. Dat die verwachte evolutie zich niet voltrekt, creëert een momentum. We kunnen nú de keuze maken voor duurzame energietechnologieën en vervuilende energiebronnen afbouwen.
Ten tweede toont het conflict met Rusland over Oekraïne ons eens te meer hoe afhankelijk de Europese Unie is van omringende landen voor energiebevoorrading. De EU voert 53% van alle energie in, voor België is dit zelfs 74%. Rusland is energiepartner nummer één van de Europese Unie. Tenzij we volgende winter opnieuw bang willen zijn voor black-outs of het dichtdraaien van de gaskraan, moeten we op zoek naar andere bronnen om onze energiezekerheid te garanderen.
Het is duidelijk dat dit het momentum is voor verandering. Dat begreep ook de Europese Commissie. Helaas leest het pakket als een waslijst aan voorstellen en mist het een duidelijke focus. Met Europese regeldrift geraken we er niet. We hebben nood aan een ambitieus, maar realistisch energiebeleid zonder betutteling van de overheid.
Eerst uitvoeren, dan pas reguleren
De nadruk moet liggen op de uitvoering van bestaande regelgeving en doelstellingen. In 2005 werden bijvoorbeeld al doelstellingen vastgelegd om de EU tegen 2020, 20% energie-efficiënter te maken. Laten we eerst dergelijke doelstellingen bereiken vooraleer we nieuwe, onrealistische, doelen voorop zetten.
We moeten zeker voorloper blijven op het vlak van duurzaamheid, maar laten we ook niet naïef zijn. We hebben nood aan een energiebeleid dat niet alleen ambitieus is, maar vooral ook realistisch. De Commissie voorspelt nu al dat we de doelstellingen van Europa 2020 niet zullen halen; toch wordt de lat alweer hoger gelegd.
Geef voorrang aan marktwerking
De markt moet zoveel mogelijk haar werk kunnen doen. Naar analogie met de transportsector, moeten ook de grenzen voor energie helemaal opengesteld worden. Nu blijft energie nog te veel binnen de landsgrenzen. Wij betalen fors aan Frankrijk wanneer we te weinig energie hebben en betalen opnieuw om te verkopen aan Frankrijk wanneer onze zonnepanelen op een mooie lentedag energie-overschotten genereren.
In een echte Energie-Unie stroomt elektriciteit vrij tussen de lidstaten. De consument moet de beste keuze kunnen maken tussen verschillende met elkaar concurrerende leveranciers.
Subsidies maken energie alleen maar duurder
Een echte Europese energiemarkt maakt ook komaf met de wildgroei aan energiesubsidies. Het verleden toont dat die te weinig renderen en de energiefactuur niet verlagen, integendeel zelfs. In plaats van zonnepanelen te subsidiëren is het beter de consument bewust te maken van groenere alternatieven via een tax-shift op vervuilende producten.
Meer duurzame alternatieven zullen pas doorbreken wanneer ze een eerlijke kans krijgen op een markt die neutraal is ten aanzien van verschillende energietechnologieën.
Tijd voor actie
Deze unieke samenloop van omstandigheden moet gebruikt worden om de trend te zetten voor een Energie-Unie die niet alleen voorziet in goedkope en duurzame energie, maar die ook zorgt voor een economische boost en groene jobs. De Europese Commissie doet een verdienstelijke poging maar mist focus. Gelukkig is het nog niet te laat voor bijsturing.