Veertig procent minder energieverbruik tegen 2030 is onhaalbaar

Door Anneleen Van Bossuyt op 28 november 2017, over deze onderwerpen: Energiebeleid, Europees beleid, Europees Parlement, Europese Commissie
Man en stekkerdoos

Het Europees Parlement wil dat gezinnen en bedrijven in de EU maar liefst 40 procent minder energie verbruiken tegen 2030. Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt vindt dit een absurde doelstelling: “Dit zal de gemiddelde Europeaan met torenhoge kosten opzadelen en onze bedrijven uit de EU wegpesten.”

Realistische klimaatambitie nodig

Energie-efficiëntie vormt voor de N-VA een hoeksteen van het energiebeleid. De goedkoopste energie is immers energie die we niet gebruiken. Ook de Europese Commissie wou ambitie aan de dag leggen en berekende dat 30 procent minder energieverbruik betaalbaar zou blijven voor de consument én tegenmoet komt aan de klimaatdoelstellingen. Maar de hoge doelstellingen die het Europees Parlement voorstelt, zijn onrealistisch. Door het regelgevend kader te veranderen, worden goed presterende landen bovendien afgestraft. Hun inspanning worden namelijk vanaf 2021 weer op nul gezet.

Vlaanderen mag niet de dupe worden

Ook Vlaanderen dreigt de dupe te worden van de onrealistische ambitie. “Onze energie-intensieve industrie zou wel eens naar het buitenland kunnen verhuizen, waar de energienormen minder strikt zijn”, zegt Van Bossuyt. “Als dat gebeurt, zijn we niet alleen de jobs kwijt, maar betaalt ook het milieu de rekening. Vervuilde lucht stopt immers niet aan de grenzen.”

De kogel is gelukkig nog niet helemaal door de kerk. In januari moet het Europees Parlement nog finaal fiat geven op het voorstel. “Ik hoop dat we dan op meer gezond verstand kunnen rekenen”, besluit Van Bossuyt. “We hebben ambitieuze en realistische klimaatdoelen nodig. Geen absurd hoge doelstellingen waarvan je op voorhand weet dat ze onhaalbaar zijn.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is