Techgiganten moeten Vlaamse kmo’s beter behandelen

Kmo’s verdienen een betere behandelingen door techgiganten zoals Amazon en Google. Europa ontwikkelt nieuwe regels die ervoor moeten zorgen dat kmo’s een betere service krijgen van de online platformen waarop ze hun producten aanbieden. Bovendien moeten die platformen meer inzicht bieden in hoe hun zoekmachines rankings opstellen.

David tegen Goliath

Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt is voorzitter van de commissie Digitale Interne Markt en verwelkomt het initiatief: “Op de online markten is het vaak David tegen Goliath. Een kleine Vlaamse kmo die kledij op amazon.com verkoopt moet wanneer er problemen zijn op de site, contact opnemen met een callcenter in de VS. Dat heeft al vaak voor problemen gezorgd. Klachten worden slecht of niet behandeld. De regels zijn vaak niet transparant. Een juridische procedure opstarten kost handenvol geld. Europa reikt hen nu meer middelen aan om oneerlijke praktijken aan te vechten.”

Eerlijke en respectvolle samenwerking

Europa wil ook meer transparantie in de manier waarop pakweg restaurants beoordeeld worden. Van Bossuyt: “Wanneer een platform als Yelp vandaag een restaurant op de Gentse Korenmarkt zonder reden plots tien plaatsen lager op de ranking plaatst, gebeurt dat zonder boe of ba. Deze platformen moeten ondernemingen beter informeren en hen een reden geven waarom een product of dienst plots een andere plaats in de ranking krijgt. Een eerlijke en respectvolle manier van samenwerken is noodzakelijk. Beide partijen hebben elkaar nodig.”

Meer duidelijkheid

Anderzijds moeten deze platformen meer duidelijkheid krijgen in de wirwar aan nationale regels. “Een goede zaak. Bovendien zal dit de consument meer vertrouwen schenken en voor correctere en eerlijke informatie zorgen. We moeten er in elk geval over waken dat deze nieuwe Europese wetgeving makkelijk implementeerbaar wordt. Voor een bedrijf als Facebook is het relatief eenvoudig om nieuwe regels te implementeren. Dat geldt verre van voor kleine, beginnende ondernemingen”, besluit Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt.