U bent hier
Maximumprijzen schadelijk voor landbouwer én consument
Het voorstel van Vooruit om bij ernstige marktverstoringen tijdelijke maximumprijzen, maximale winstmarges of prijsblokkeringen op te leggen voor bepaalde producten klinkt sympathiek maar heeft nefaste gevolgen voor zowel de consument als de landbouwer. “Ook de N-VA wil de winkelkar goedkoper maken. Er ligt al sinds een jaar een voorstel daarover op tafel, maar een maximumprijs of prijsblokkering zitten daar niet in. Dat draagt op geen enkele manier bij tot een structurele oplossing”, stelt Kamerlid Anneleen Van Bossuyt.
Volgens Van Bossuyt is het wetsvoorstel van Vooruit contraproductief en kan het zelfs schadelijke gevolgen hebben voor zowel de landbouwer en ruimer voedingsproducenten, als consumenten. “Beperkingen op vrije prijszetting zijn nefast voor onze economische groei en werkgelegenheid. Het zet druk op bedrijven met faillissementen, jobverlies en minder keuze voor de consument tot gevolg. Na een prijsblokkering zouden de prijzen de hoogte in kunnen schieten. Producten die niet onder de blokkering vallen, zouden duurder worden. Bovendien gaat het in tegen een van de belangrijkste principes van de Europese Unie: vrij verkeer van goederen en diensten.”
Landbouwer betaalt gelag
Van Bossuyt ziet ook grote nadelen voor landbouwers en ruimer voedingsproducenten. “De voedingsprijzen gaan in stijgende lijn, maar zijn vaak toe te schrijven aan stijgende kosten. Landbouwers en voedingsproducenten hebben veelal een zwakke onderhandelingspositie in de keten en kunnen de gestegen kosten dan ook niet doorrekenen aan de andere schakels van de keten, zoals supermarkten. De kosten zullen dus volledig voor rekening van de landbouwer en voedingsproducenten zijn, met alle gevolgen van dien.”
Weg met loonkosthandicap
Volgens de N-VA dienen de onderliggende oorzaken van die hoge prijzen aangepakt te worden in plaats van aan prijszetting te doen. Er moet gewerkt worden aan structurele en duurzame oplossingen: het versterken van de concurrentiepositie door onder andere het wegwerken van een loonkostenhandicap van 25 procent door eindelijk onze hoge loonkosten aan te pakken en verschillende taksen (zoals de verpakkingstaks) herzien. De overheid moet met andere woorden een eerlijke, open en vrije marktwerking faciliteren, waken over de eerlijke concurrentie en de rigide (arbeids)regulering versoepelen.”