U bent hier
Hof van Justitie verzoent Vlaamse taalregeling met Europees handelsverkeer

Het Hof van Justitie heeft zich uitgesproken over de toepassing van het Vlaamse taaldecreet in het kader van het vrije verkeer in Europa. “Het Hof handhaaft de essentie van het Vlaamse taaldecreet”, reageert Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt. “Hoewel het Hof een beperking op het vrije verkeer vaststelt, erkent het de noodzaak om het gebruik van de officiële taal van het Vlaams Gewest te beschermen. Het Hof verzoent de Vlaamse taalregeling met het Europese handelsverkeer.”
Volgens het Vlaamse taaldecreet moeten ondernemingen met hun exploitatiezetel in Vlaanderen hun facturen in het Nederlands opmaken. Doen zij dat niet, dan riskeren zij dat die facturen nietig worden verklaard. Een Italiaanse onderneming gebruikte die regel echter om haar facturen aan een Vlaams bedrijf niet te hoeven betalen. De advocaat van dat Vlaamse bedrijf meende daarop dat het Vlaamse taaldecreet een beperking vormt voor het vrije handelsverkeer in de EU, wat het Hof van Justitie dus erkent. “Om het taaldecreet te verzoenen met het vrije verkeer oordeelt het Hof dat partijen, in het belang van het handelsverkeer, een authentieke versie van de facturen moeten kunnen opstellen in een door de betrokken partijen begrepen taal, naast de Nederlandstalige versie. De verplichting voor ondernemingen met hun zetel in Vlaanderen om hun stukken in het Nederlands op te stellen, kan dus behouden blijven”, aldus Van Bossuyt.
Een praktijk die in de internationale context al lang bestond, vraagt nu dus om een kleine wettelijke aanpassing. “Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn dat onze Vlaamse bedrijven de dupe zijn. Zij moeten grensoverschrijdende handel kunnen drijven, zonder te moeten vrezen voor een nietigverklaring van hun facturen”, besluit Van Bossuyt.