U bent hier
Evenwicht belang consument en ondernemer zoek bij uitbreiding wettelijke garantie
De periode voor de omkering van de bewijslast bij de wettelijke garantie wordt uitgebreid van 6 maanden naar 2 jaar, dat werd vandaag goedgekeurd in de commissie Economie. “Een uitbreiding die absoluut positief is voor de consument, maar verder gaat dan Europa vooropstelt en hierdoor de verkopers en ondernemers schaadt. Het evenwicht tussen de belangen van de consument en die van ondernemingen is in deze volledig zoek”, zegt N-VA-Kamerlid Anneleen Van Bossuyt.
Wettelijke garantie België
In België geldt op de aankoop van elk product een garantieperiode van twee jaar, iets wat nu door de omzetting van Europese regelgeving ook in heel Europa zal gelden. Landen die een nog langere garantieperiode kennen, kunnen die wel behouden. Europa vraagt ook dat de omkering van de bewijslast uitgebreid wordt van 6 maanden naar één jaar. Gedurende die periode is het aan de verkoper om aan te tonen dat een defect product te wijten is aan een verkeerd gebruik door de consument en niet door een defect in het product zelf. Kan hij dit niet bewijzen, dan moet hij het goed verplicht herstellen, vervangen of vergoeden. België breidt die omgekeerde bewijslast nu uit tot twee jaar en gaat hiermee heel wat verder dan Europa vraagt, zegt N-VA-Kamerlid Anneleen Van Bossuyt.
Evenwicht tussen belang consument en ondernemer
Uit de cijfers van de Consumentenombudsdienst blijkt dat 82% van de behandelde dossiers inzake de garantie betrekking heeft op een gebrek dat zich voordoet binnen één jaar na aankoop van het goed. “De uitbreiding van de omkering van de bewijslast tot één jaar, zoals Europa vooropstelt, is dan ook een goede zaak voor de consument. Dat is ook wat de cijfers aantonen”, zegt Van Bossuyt. Het staat volgens haar ook in verhouding tot de kosten en lasten dat dit meebrengt voor de ondernemingen.
België gaat nu echter nog verder en breidt de omkering van de bewijslast uit tot twee jaar. En hierdoor is volgens Van Bossuyt het evenwicht tussen het belang van de consument en ondernemer volledig zoek. “Waarom verder uitbreiden naar twee jaar? De consument heeft voldoende baat bij een termijn van één jaar. In de praktijk zal het enkel voor extra lasten en kosten zorgen voor de verkopers, want voor hen zal het veelal onmogelijk zijn om te bewijzen dat de consument aan de basis van een defect goed ligt. Hierdoor zal hij bij elk verkocht product twee jaar lang zal moeten instaan voor een kosteloze herstelling of vervanging. Deze lasten en kosten staan niet in verhouding tot het extra voordeel dat dit meebrengt voor de consument.”
Concurrentieel nadeel tegenover buurlanden
“Niet onbelangrijk is ook dat het merendeel van de lidstaten kiest voor een termijn van één jaar voor de omkering van de bewijslast. Willen we een gelijk speelveld behouden voor onze ondernemingen en onze concurrentiepositie niet schaden, volgen we het beste de Europese richtlijn“, besluit Van Bossuyt.